Schrijver Vamba Sherif, die in 1999 debuteerde met zijn boek Het land van de vaders en daarna nog vier boeken heeft geschreven, kwam op woensdag 9 oktober tijdens het zevende en achtste uur een gastles geven over zijn levensverhaal, mensenrechten, identiteit en de geschiedenis van zijn geboorteland, Liberia. In zijn betoog lag de focus voornamelijk op het onrecht dat de zwarte bevolking in verschillende gebieden op de wereld door blanken is aangedaan. Hoewel geschiedenis toch een belangrijk onderdeel van zijn gastles was, ontbrak het delen van zijn verhaal aan een juiste onderbouwing.
Sherif begon met de vraag: “wat weten jullie al van mijnheer Sherif?” Of deze vraag – met “mijnheer Sherif” als derde persoon – getuigde van een identiteitscrisis of arrogantie was niet helemaal duidelijk. Een aantal leerlingen wisten gelukkig dat hij uit Liberia kwam, in Koeweit gewoond heeft en naar Nederland gevlucht is. Hij zei dat hij als klein kind inderdaad van Liberia naar Koeweit is verhuisd. Hij vertelde dat zijn vader in Koeweit hoogleraar was aan de universiteit en hij begon daarna, zoals een intellectueel als hem betaamt, zijn lezing met een verhaal over Atlantis en zijn visie op de toekomst. Nadat hij vroeg wat Atlantis was vertelde één van de leerlingen dat Atlantis de naam was van de legendarische staat bedacht door de Griekse filosoof Plato. Bij het horen van de naam Plato fronste Sherif, en hij zei verontwaardigd dat Atlantis niets met de Oude Grieken en niets met Europa te maken had. “Atlantis was een staat in Afrika”, aldus Sherif. Hij dacht dat er over honderd jaar weinig meer van het Engels, en vrijwel niets meer van het Nederlands in onze taal zou overblijven. Volgens hem zouden we deze ‘superieure’ Afrikaanse staat gaan herontdekken en als gevolg van deze ontdekking zouden we de oorspronkelijke Afrikaanse taal gaan overnemen.
Daarna ging hij verder met een betoog over de slavernij. Hij introduceerde dit onderwerp met “jullie Holocaust was natuurlijk óók heel erg, maar de eeuwenlange slavernij door de blanken was nog veel erger”. Toen hem werd gevraagd of hij dacht dit soort gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid te kunnen vergelijken en er een oordeel over te kunnen vellen, heeft hij deze uitspraak teruggenomen.
Sherif zei dat in het mooie Liberia de mensen vreedzaam samenleefden, tot de Europeanen kwamen en deze samenleving van verdraagzaamheid en vrede verstoorden. Daarbij negeerde hij dat er in werkelijkheid helemaal geen vreedzame samenleving is geweest. In Afrika bestond al lang voordat de Europeanen kwamen een uitgebreide slavenhandel tussen verschillende stammen. In West-Afrika maakten slaven al een derde tot de helft van de bevolking uit voordat de Europese slavenhandel op gang kwam, dat betekent dat er in West-Afrika waar het ‘verdraagzame’ en ‘vreedzame’ Liberia bij hoort miljoenen slaven leefden. Vaak waren deze slaven eigendom van een lokale koning, die bezat dan duizenden slaven die in de meest verschrikkelijke omstandigheden leefden. Gewone mensen hadden hoogstens een paar slaven.
Hij wist te vertellen dat Guinee (West-Afrika) zelfs voor de slaven op de Amerikaanse katoenplantages, als een soort paradijs dienst deed. Als één van de slaven op de plantages stierf werd er troostend gezegd dat hij naar Guinee zou gaan. Toen een groepje Afro-Amerikanen na de afschaffing van de slavernij besloot naar West-Afrika te emigreren, werden ze door de lokale vorst hartelijk welkom geheten. Aldus Sherif.
Na dit wonderlijke verhaal over Atlantis en deze verheerlijking van de Afrikaanse cultuur, vertelde hij over zijn eigen ervaringen als vluchteling in Nederland. Want hoe anders is het hier, waar politici “meer of minder Marrokanen?” roepen en omwonenden van asielzoekerscentra met borden met de tekst “AZC, weg ermee” gaan protesteren. Gastvrijheid is hier ver te zoeken. Hij zei letterlijk dat hij het “onbegrijpelijk” vond dat “een gek als Geert Wilders hier stemmen kreeg”. En zo kreeg de zogenaamd objectieve gastles ineens wel een heel nadrukkelijk politiek kleurtje.
Ook heeft Sherif uitgelegd waarom immigranten het zo moeilijk vinden in de Nederlandse cultuur te integreren. Zo zei hij bijvoorbeeld dat de Nederlandse taal helemaal niet moeilijk is. Het probleem is alleen dat wij Nederlanders allochtonen al heel snel in het Engels aanspreken, waardoor zij de taal nooit leren. Komt dat misschien door onze cultuur van tolerantie? Nee hoor, wij maken het immigranten gewoon zelf moeilijk. In tegenstelling tot de inwoners van Guinee die de groep Afro-Amerikanen hartelijk verwelkomden zouden wij geen enkel begrip voor vluchtelingen hebben. En dat in een land dat door immigranten is opgebouwd en door tolerantie ten aanzien van andere culturen en globalisering groot is geworden.
“Hoe kúnnen jullie jullie cultuur superieur vinden?”, luidde zijn retorische vraag. Hij vroeg het de leerlingen persoonlijk, en keek hen aan alsof hij dacht dat dit als een schokkende terechtwijzing zou overkomen. Hij maakte deze beschuldiging terwijl hij net zelf vertelde dat de cultuur waar hij vandaan komt een voorbeeld voor ons zou moeten zijn. Sterker nog, hij beweerde zelfs dat Afrika het oorspronkelijke Atlantis was.
Tot respect en tolerantie aansporend, eindigde Vamba Sherif zijn lezing. Iedereen die dat wilde kreeg een exemplaar van zijn boek, Sundiata. Zo nodig voorzien van zijn handtekening. De reacties van sommige leerlingen gaven helaas blijk van weinig fatsoen. En toen mevrouw Van Verseveld achteraf door een leerling werd aangesproken over “een linkse extremist” was alle mogelijkheid tot discussie afgesloten.
Dat is jammer, want wij denken dat het goed zou zijn om in gesprek te gaan over welke gastsprekers er uitgenodigd worden. De leerlingen krijgen dan een minder eenzijdig verhaal te horen. De CSW kan bijvoorbeeld twee sprekers van verschillende achtergronden hun verhaal laten doen, en aan de hand van vragen uit het publiek een debat tussen deze sprekers organiseren.
De opvattingen van Vamba Sherif zijn gebaseerd op een uitleg van de geschiedenis die sterk politiek gekleurd en ook nog eens onjuist is. Hij negeert belangrijke historische feiten en maakt een ontzettend onfatsoenlijke vergelijking tussen de Holocaust en de slavernij. Hij verheerlijkt de Afrikaanse cultuur om vervolgens te vragen hoe de westerse cultuur superieur gevonden kan worden, een ontzettend hypocriete vraag. Dat deze man uitgenodigd wordt om te spreken zonder dat er iemand wordt uitgenodigd om weerwoord te leveren is niet alleen jammer, maar ook gevaarlijk, omdat de leerlingen in het publiek een beïnvloedbare doelgroep zijn en het betoog van Sherif als waarheid kunnen aannemen.
Door Maurits van Woercom en Thom de Vries